Soms helse tocht door altijd fraai decor
Vroege vluchter wint 6e editie Ronde van de Achterhoek
door Eric Klop
REGIO – In Zandvoort verliep de GP met horten en stoten. De EK-hockeyfinale werd tijdelijk gestaakt. Voetbalduels in de Eredivisie idem dito. Maar de deelnemers aan de Ronde van de Achterhoek lieten zich afgelopen zondag door een paar plensbuien geenszins kisten. Hier werd de strijd niet stilgelegd. Ze fietsten gewoon door. Een wielrenner maalt niet om een druppel regen meer of minder.
Nadat Aalten vorig jaar de gelukkige was, is de start en finish van de zesde editie van de ‘Achterhoekse Hoogmis’ in Groenlo. Het peloton wacht een 200 kilometer lange rit door de fraai gemonteerde regio, inclusief negentien gravelstroken. Bij het voorstellen van de 23 deelnemende ploegen, uit zowel binnen- als buitenland, worden enkele renners gevraagd naar hun verwachtingen. ‘Een zware koers’, luidt doorgaans het antwoord. Daar is geen woord verkeerd bij, zo zal gaandeweg de Ronde blijken. En wie er gaat winnen? Misschien wel weer Coen Vermeltfoort, de man die in 2022 aan het langste eind trok. Die voorspelling kwam echter niét uit.
Volle bak
De karavaan trekt zich klokslag 12 uur onder een gematigd zonnetje in beweging. Eerst twee kilometer geneutraliseerd Groenlo uit, en vervolgens volle bak. Het ‘defilé’ door de startplaats heeft over bekijks absoluut niet te klagen. In de buitengebieden richting Neede is de belangstelling langs de weg uiteraard veel minder. Toch staan bij het passeren van ver uit elkaar liggende boerderijen of het nemen van een scherpe bocht steeds weer plukjes publiek, die het peloton van harte toejuichen. Niet iedereen is echter enthousiast. Nabij Neede is het kruispunt Bergweg – De Venneriet in afwachting van de renners korte tijd afgesloten. Daar is een automobiliste het niet mee eens. ‘Ik moet naar het ziekenhuis’, roept ze. Adviezen van toeschouwers hoe om te rijden, slaat zij aanvankelijk in de wind. Zó’n haast heeft het hospitaalbezoek kennelijk dus ook weer niet.
Een compleet pak koerst naar Ruurlo. Kort nadat een eerste valpartij is gemeld, maakt een kopgroep zich los. Vijf man die in no-time een halve minuut voorsprong hebben. Het peloton maakt zich geen zorgen. Onder een deels blauwe lucht doet men het kalmpjes aan, hoewel er toch ook al een aantal gelosten is te noteren. Op de eerste serieuze gravelstrook, de onverharde Kloosterweg die direct opdoemt na de strak geasfalteerde Varsselring, neemt het verschil toe naar één minuut en vijftien seconden. Niets aan het handje, want de ronde is nog lang en Groenlo ligt nog ver. Maar dan…
Bij Braamt, aan de voet van de Montferlandse heuvelrug, is de voorsprong opgelopen naar bijna vijf minuten. Dan doorklieft een bliksemschicht het verontrustend verkleurende zwerk. Aansluitend teistert een plensbui, waarin hagel niet ontbreekt, coureurs, volgers en publiek. Even verderop, de Peeskebult is net achter de rug, begint het nogmaals te hozen. In de bocht naar de met los grint geplaveide Molenberg te Stokkum, ‘sector 8’, gaat het mis. Twee renners van de opleidingsploeg van het Franse Groupama-FDJ schuiven onderuit. Een van hen blijft liggen. Het duurt een paar minuten voordat hij met een van pijn vertrokken gezicht weer op z’n benen staat. Maar de koers zit er voor hem op. Ook dat is wielrennen.
Zonnetje
Via Aalten, Winterswijk en diverse lusjes voert de route terug naar Groenlo. En kijk nou! Een waterig zonnetje breekt door. Maar voor de koplopers, inmiddels al zo’n 130 kilometer met z’n vijven vooruit, pakken zich donkere wolken samen. Hun voorsprong slinkt als sneeuw voor de zon en bedraagt in de buitenste buitenwijken van de finishplaats nog maar amper een minuutje. En dat terwijl er nog vier plaatselijke rondjes van zo’n 6 kilometer zijn af te leggen. Zou een lange, dappere vlucht, soms door weer en wind, dan toch weer vlak voor de eindstreep in schoonheid sterven? Het is in de wielrennerij anno 2023 eerder regel dan uitzondering.
Maar dan toch niet in deze editie van de Ronde van de Achterhoek. De vluchters voelen op het fraaie parcours in Groenlo de hete adem van het verbrokkelde peloton in de nek, als een van hen er nog eens een extra stevige snok aan geeft. Martijn Rasenberg, het 21-jarige talent van team ABLOC, trekt de kuierlatten. Wie van de andere vier haalt hem terug? Kijken, kijken, kijken en hup, daar is jagende groep die hen drie kilometer voor de meet inpalmt. Nou die Rasenberg nog. Maar nee, hij heeft vandaag gouden benen en passeert met hooggeheven armen de eindstreep. Een andere Martijn, Budding, wint in de pelotonsprint het zilver. Net als vorig jaar trouwens.
bron: Achterhoek Nieuws